Ik ben vannacht door 6 soldaten van mijn bed gelicht. Om 1 uur vielen de soldaten mijn slaapkamer binnen en arresteerden mij en mijn gastheer. Onderweg zag ik op de Tiensevest verschillende lijken liggen. Aan het station werd ik voor een officier geleid en verhoord. Een van de 6 soldaten beschuldigde me van spionage en brandstichting.
Ik werd pas echt bang toen ze me fouilleerden en een Duitse kaart ‘Nur für Militär’ tussen mijn papieren vonden. Vόόr mijn vertrek naar oorlogsgebied had ik die kaart gekocht als voorbereiding op mijn tocht over Vlaamse wegen. Ik moest toch weten waar naartoe. Maar dat brak me zuur op, want mijn ondervrager liet me niet meer gaan.
Bij een wachtpost in het station werd ik gevangen gezet, zonder iets, geen bed, geen deken, slapen moest ik maar op de grond. Gelukkig geloofde één soldaat me wel. Hij haalde een deken, dat ik goed kon gebruiken in deze koude en mistige nacht. Maar slapen deed ik niet. s‘ Nachts kwamen de hele tijd treinen aan, met gevangenen uit St-Quentin, begeleid door honderden lawaaierige soldaten.
Aan mijn beproeving kwam pas een einde toen ik vanochtend tot bij de Duitse commandant von Manteuffel werd gebracht. Toen ik hem uitlegde dat ik Nederlands journalist was en dat ook met mijn papieren kon aantonen, bood hij zijn verontschuldiging aan en liet mij vrij. Ik hoorde hem kwaad uitvallen tegen de onderofficier die me vannacht gevangen had gezet. Mijn papieren van journalist waren toch in orde!