Leuven 1914
De Eerste Wereldoorlog in Leuven. Wat betekende dat? Tijdens de Duitse opmars doorheen België in augustus-september 1914 krijgt Leuven -samen met tientallen andere stadjes en dorpen- met wraakacties van een militaire bezettingsmacht af te rekenen. Die acties keren zich in eerste instantie tegen de achtergebleven burgerbevolking. Vanaf 25 augustus 1914 spoelt een golf van terreur over de stad. En daarbij moet vooral de bevolking het ontgelden: executies, razzia’s, straatbeschietingen, deportaties, mensen gebruikt als levend schild, brandstichtingen, plunderingen, dat zijn de ingrediënten van een week ongecontroleerde terreur.
Deze blog brengt het verhaal over een bezette stad en ‘gewone mensen’ die in de eerste oorlogsmaanden van 1914 met blinde terreur in oorlogsomstandigheden krijgen te maken. Historische personages die dit alles aan den lijve ondervinden, getuigen over hoe zij de dingen zien, horen vertellen, of zelf meemaken. Deze personages zijn live de Eerste Wereldoorlog aan het meemaken en getuigen daarover, alsof het vandaag is. Dag aan dag brengen zij kort hun ervaringen, stukjes bij beetjes, in korte tekstjes, met foto’s, elk vanuit zijn eigen achtergrond. Dagelijks verschijnt een update: wat op 25 augustus 1914 gebeurde, zal op 25 augustus 2014 op deze website verschijnen.
Wie zijn deze mensen?
Mensen van vlees en bloed die echt hebben bestaan en in Leuven zijn op het moment dat de feiten zich voordoen. Wat ze nog gemeenschappelijk hebben, is het feit dat deze personages hun ervaringen te boek hebben gesteld of er archief over hebben nagelaten. Zo weten we vandaag nog wat elk van deze ooggetuigen heeft meegemaakt.
Eén van hen is Hervé De Gruben, een rechtenstudent van de universiteit die brancardier wordt. De Zwitserse zakenman Fuglister woonde al vijf jaar in Leuven toen de oorlog uitbrak. Bijzonder aan zijn werk is dat hij verschillende Leuvenaars in het geheim is gaan interviewen met de bedoeling bewijslast over de schendingen van de mensenrechten en de verantwoordelijken te verzamelen. Ook de toenmalige burgemeester Leo Colins en zijn opvolger Alfred Nerincx komen aan het woord. Zij vertegenwoordigen het officiële burgerlijke gezag. De eerste buitenlandse journalist die het rampgebied bereikte was de jonge, nog onervaren Lambertus Mokveld die voor de Nederlandse krant De Tijd werkte. De Leuvense wijnhandelaar Felix Boon verhaalt over wat hij zelf allemaal meemaakte. Aangrijpend zijn de getuigenissen van Valerius Claes, een Vlaamse Kapucijn, die na de gruwelweek de verspreid liggende lijken in de stad een laatste rustplaats bezorgt.
Zijdelings krijgen ook minder prominente figuren een stem in het verhaal: een non van Paridaens, Alida Van Mellaert; de Nederlandse avonturier Louis Grondijs; de Amerikaanse diplomaat Hugh Gibson. Met hun uiteenlopende achtergrond geeft elk personage telkens een andere inkijk op de gebeurtenissen vanuit zijn of haar eigen ervaringen. De Eerste Wereldoorlog bekeken door de ogen van de mensen van toen.