Maandag 21 september 1914

Timmeren aan de wederopbouw

Wekenlang al werk ik samen met het Comité voor Notabelen aan de wederopbouw van de basisdiensten in de stad, maar het is een werk van vallen en opstaan. Sinds begin september zijn inwoners beginnen terugkeren. Nog niet massaal, gelukkig maar, want het is een constant gevecht om Leuven weer leefbaar te maken. Nog altijd komen we handen en vooral geld tekort. De arbeiders die in ploeg puin ruimen, worden in bonnen uitbetaald. Beter kan voorlopig niet, want de stadskas is tot op de bodem leeg. Sinds mijn overleg met de directeur van de Centrale Bank van de Dijle zijn er gemeentelijke geldbonnen bij gedrukt en kan de stad de meest noodzakelijke werken uitvoeren. Probleem is dat commercanten de bonnen moeilijk als betaalmiddel aanvaarden. Ze vertrouwen het zaakje niet.

Erger zijn de plunderingen. Afgelopen week noteerde de politie 22 gevallen van plunderingen. Door eigen mensen dan nog wel! Alsof het nog niet erg genoeg is dat de militairen zoveel goederen hebben opgeëist en eind augustus-begin september hele stadskwartieren hebben leeg geplunderd. Nu doorzoeken Belgen de puinen van huizen en nemen alles mee wat nog enigszins bruikbaar of waardevol is. Alleen wie een schriftelijke toelating van de gemeente heeft, mag voortaan de ruïnes doorploegen.

noodgeld_Leuven_Europeana(2)

Noodgeld van de stad Leuven (foto Europeana databank)

Affiche_19140921_verbod doorzoeken puinen

Affiche van 21 september 1914 (Stadsarchief Leuven)

 

Over Alfred Nerincx

Dienstdoend burgemeester Leuven Deze hoogleraar rechten aan de universiteit van Leuven (1842-1943) engageerde zich bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in het speciaal voor de gelegenheid ingerichte St-Thomashospitaal (Hoger Instituut voor de Wijsbegeerte). Nadat burgemeester Colins de stad was ontvlucht, droeg de laatst overgebleven Leuvense schepen Schmit op 30 augustus 1914 de macht over aan Nerincx en een 'comité van notabelen'. Alfred Nerincx bleef dienstdoend burgemeester tot maart 1915.